Congo is blinde vlek van de wereld

Gepubliceerd opiniepagina Volkskrant 22 november 2012

Op Twitter vliegt de tegenstrijdige informatie de volgers om de oren. Goma is ingenomen door de rebellen. Goma is niet ingenomen. Er wordt geschoten vanuit Rwanda. Er wordt niet geschoten vanuit Rwanda. Het vliegveld is in handen van de rebellen. Het vliegveld is niet in handen van rebellen.

Een ding is zeker: alle autoriteiten laten het –weer- afweten: de Congolese regering, de VN-vredesmacht Monusco, de internationale gemeenschap. Ze zijn onzichtbaar.

Op de officiële site van de VN-vredesmacht geen woord over de ontwikkelingen rondom Goma, de hoofdstad van Noord-Kivu.

Wel een plaatje van de speciale gezant van de VN, Roger Meece die toekijkt hoe wapens en ammunitie worden vernietigd. Monusco is gewend aan het opvoeren van toneelstukjes. Afgelopen juni was ik in grensplaats Butagana. Daar legde Monusco het journaille uit dat deze plaats nooit, maar dan ook nooit in handen van de rebellen zouden vallen. Twee weken later was de grensplaats gevallen.

Terwijl ik dit schrijf, krijg ik een SMS van een vriend in Goma die sinds een jaar veel informatie voor me verzamelt. Of ik Monusco kan waarschuwen, want de markt waar hij staat wordt onder vuur genomen. Ik neem contact op met Monusco via mail en via twitter, maar ik weet dat het absoluut geen zin heeft. Monusco kan de burgerbevolking niet beschermen.

De 7.600 soldaten van Monusco in Noord-Kivu, veel uit India en Pakistan, hebben helemaal geen zin hun leven te wagen voor de 1 miljoen mensen in Goma. Ze hebben niks met Congo, ze hebben niks met de Congolezen. De soldaten van Monusco worden wel vergeleken met stokstaartjes: ze staan rechtop in hun tanks of schuttersputjes, kijken naar links en naar rechts, en als het listig wordt, duiken ze weg in hun holletje. We hebben het over de duurste VN-missie uit de geschiedenis met een jaarlijks budget van rond een miljard dollar.

De internationale gemeenschap heeft het (weer) te druk met andere brandhaarden in de wereld, zoals Gaza. Rwanda, tot twee keer toe door een VN-rapport aangewezen als dé supporter van de M23-rebellen (de Rwandese minister van Defensie functioneert als hun opperbevelhebber), kan ongestoord doorgaan met het sturen van materieel, mensen en wapens. Een paar landen waaronder Nederland, hebben weliswaar een deel van hun steun aan Rwanda opgeschort, maar tot een sterke, algehele veroordeling is het nog niet gekomen. Sterker nog, Rwanda mag op 1 januari 2013 toetreden tot de VN-veiligheidsraad. Overigens steunt ook Uganda de rebellen. Een twijfelachtige rol voor een land dat ook voorzitter is van een Afrikaanse commissie die zich specifiek richt op de problematiek in dit gebied.

De Congolese regering bestaat uit een stel graaiers die op kritische momenten onder het biljart duikt, president Joseph Kabila voorop. Trouwens ook op niet-kritische momenten zijn ze er niet. Zij houden zich uitsluitend bezig met het vullen van hun eigen zakken.

Dus kan er in Noord-Kivu ongestoord worden gemoord; neemt het aantal ontheemden met tienduizenden toe en kan Rwanda de provincie Noord-Kivu, met al haar grazige weiden en rijke grondstoffen, de facto tot haar grondgebied rekenen.

Oost-Congo is al tientallen jaren een catastrofe met meer dan vijf miljoen slachtoffers. De internationale gemeenschap spreekt ach en wee, maar doet niets. De grondstoffen die er gewonnen worden, zijn hen –uiteindelijk- meer waard. De bloedmobieltjes, waarin veel van de grondstoffen zijn verwerkt, laten sinds dit weekend weer een vers spoor na.

(Vandaag gepubliceerd op de opiniepagina van de Volkskrant)