journalistiek in probleemgebieden, deel 5

Donderdag 6 april

Wachten, wachten en nog meer wachten

Ging gisteren en eergisteren alles geheel volgens plan met de afspraken in Parijs, vandaag lukt het niet erg. Vanochtend hadden we een afspraak met een Frans voormalige minister van Buitenlandse Zaken, maar die bleek onverwacht te zijn afgereisd -zo werd ons gezegd- naar de Maladiven. Ja ja, het zal wel. De beste man zal de afspraak wel niet in zijn agenda hebben gezet. 

Om een uur hadden we een volgende afspraak. Dit keer met een Afrika-deskundige. Hij woont een eindje van het centrum, maar makkelijk bereikbaar met de metro. Dan moet de metro wel rijden natuurlijk. Om onbegrijpelijke redenen stond het treinstel meer dan 20 minuten stil, terwijl steeds meer mensen zich door de openstaande deuren probeerden te persen. Toen wij eindelijk gingen rijden had ik niks om mij aan vast te grijpen, maar dat hoefde ook niet. Ik werd keurig rechtop gehouden door de 100 andere mensen die met mij de vierkante meter deelden. 

Natuurlijk kwamen wij te laat.En jawel … ook deze vogel bleek gevlogen. Hij was een kwartier voor onze komst vertrokken met de belofte binnen een half uur weer terug te zijn. Dat halve uur is inmiddels ruim voorbij, maar nog steeds geen spoor. Gelukkig is er hier wel wifi, zodat we onze mail kunnen checken, zo hoeven we niet helemaal werkeloos te wachten. Ben voor de zekerheid ook onze andere afspraken nog even aan het nabellen. Ter herinnering, zodat we vanavond en morgen niet nog meer hoeven te wachten.


Dinsdag 3 april

Morgen voor een paar dagen naar Parijs. Een aantal belangrijke mensen interviewen die zich bezig hielden met het pact colonial, de overeenkomst tussen de oud-kolonien van Frankrijk en Frankrijk zelf. Dat pact werkt zeer voordelig voor Frankrijk, vandaar dat Frankrijk altijd een fikse vinger in de pap heeft als het gaat om het bestuur in die landen. Zo kon Ouattara alleen president worden in Ivoorkust, omdat hij de steun had van de Fransen. Ook in Mali is Frankrijk actief op dit moment, al is dat niet altijd zichtbaar.

Een van de laatste keren dat ik in Parijs was, bracht mijn echtgenoot mij weg. We hadden aangename weken doorgebracht in ons seinwachtershuis en hij zou mij afzetten aan de rand van de stad. daar zou ik makkelijk een metro kunnen pakken zo was ons idee. 

Tom -die fijne gids die zoveel ruzies tussen man en vrouw over de te volgen weg overbodig had gemaakt- wist ons feilloos naar de rand te brengen. Nu nog een metro. Echtgenoot zette de auto op een stoep en ik liep als een heuse kip in de rondte, zonder een metro bord te vinden. Ik klampte voorbijgangers aan, maar die haalden hun schouders op. 'Le metro? Je ne sais pas.' Ook een paar breedgeschouderde agenten wisten het niet. Waren wij wel in Parijs? Wij hadden verhalen gehoord van vrienden van vrienden die gedachteloos hun Tom hadden gevolgd, om bij het eindpunt te bemerken dat zij weliswaar in Saint Jacques waren beland, maar in een geheel ander departement dan de bedoeling was. Bestond er een ander 'Paris?'

Navraag leerde dat wij ons inderdaad in de Franse hoofdstad bevonden. Nu nog een metro. Echtgenoot besloot dat wij beter iets verder konden rijden. Ik knikte ja, en legde mijn rugzakje achter in de auto, bij mijn fotokoffer en andere kostbare bagage. Wij reden verder, en na een minuut of tien hadden wij het idee dat we nu wel bij een metro moesten komen. Echtgenoot keek achteruit. En zag de achterdeur van de auto wagenwijd openstaan. Fotokoffer, rugzak met creditcards en paspoorten, gereedschapskist, alles kon in die tien minuten op het parijse asfalt zijn beland, recht in de grijpgrage handen van clochards die elke 100 meter in Parijs te vinden zijn.

Echtgenoot verschoot van kleur na zijn  ontdekking, en vertelde mij in een taal die niets aan duidelijkheid te wensen overliet, wat hij van mij dacht. Ik stond op dat moment erg laag op zijn prioriteitenlijst. 

Gelukkig was na een korte inspectie duidelijk dat er niets weg was. Behalve dan misschien een DVD-recorder. Hadden we die nu wel of niet meegenomen? Het afscheid een paar minuten later, vlakbij de metro was desalniettemin hartelijk, echtgenoot was al aan het ontdooien. 

Vijf minuten later zag ik hem voorbijrijden. Met een wijd open achterdeur. Ik was opnieuw vergeten het portier te sluiten.