De procedure

De procedure

Opeens illegaal zonder dat rechter er aan te pas komt

Nederland springt op een bijzondere manier met de 1 Fjes om. Ze vallen voor een groot deel van de procedure onder het bestuursrecht. Daarom zijn ze niet onschuldig tot het tegendeel is bewezen, maar zijn ze  schuldig totdat ze hebben bewezen dat ze niet schuldig zijn. Precies het omgekeerde dus in het strafrecht. 

Het betekent dat een verdachte opeens zijn paspoort moet inleveren of zijn verblijfsvergunning als de IND hem of haar schuldig acht aan genocide. Wie in Nederland blijft is dan in feite illegaal en heeft nergens recht meer op. Vreemd is dat niet de rechter hierover beslist, maar de IND. Bewijzen dat je iets niet hebt gedaan is lastig. Twintig jaar na dato is het bijna onmogelijk. Als je dan ook nog in een ander land woont en weinig geld, dan wordt het echt een ‘mission impossible’.

Hoe ziet de 1F procedure er uit?

1F staat voor artikel 1F van het vluchtelingenverdrag. Dit maakt deel uit van de Conventie van Genève uit 1951. Dat artikel gaat over de status van oorlogsmisdadigers en massamoordenaars: zij hoeven niet beschermd te worden in het land waar ze naar vluchtten en hen kan daarom de verblijfsstatus ontnomen worden.

Een groot probleem is de rol van de IND. Zij gaan in eerste instantie onderzoek doen en zoeken bewijzen. Als de beschuldigde in beroep wil, gebeurt dat een aantal keren bij dezelfde IND die zich rot heeft gezocht naar bewijzen. De speciale afdeling 1F zal niet staan te juichen bij de tegenargumenten van de verdediging. Pas in een heel laat stadium buigt uiteindelijk een rechter zich over de zaak. 

De procedure is als volgt:

1. De IND stuurt een brief aan de verdachte met de beschuldiging en de onderbouwing. Dat kan soms een vuistdik dossier zijn, van allerlei rapporten, documenten, internetlinks. De beschuldigde heeft maximaal zes weken om hierop te reageren.

2. De beschuldigde geeft zijn zienswijze. Daarna is er een hoorzitting van de IND.

3. De IND geeft een beschikking: de verdachte wordt al dan niet als schuldig aangemerkt. Wie schuldig is, wordt het paspoort of de verblijfsvergunning afgenomen. Omdat de IND genocidairs een gevaar voor de Nederlandse samenleving beschouwt, krijgen ze te horen dat ze binnen 24 uur het land uit moeten.

4. Tegen de beschikking kan -binnen 24 uur- een voorlopige voorziening worden aangevraagd: daarmee vraag je de rechter het besluit van de IND op te schorten.

Tot nu toe heeft de rechter voor zover ik weet deze voorlopige voorzieningen gehonoreerd en krijgen de verdachten paspoort  terug of mogen ze blijven gedurende de procedure.. Vanaf januari 2014 krijgen de rechters meer mogelijkheden de beschuldigingen van de IND te toetsen.

5. Er wordt een bezwaarschrift tegen de beschikking ingediend bij de IND. De IND beoordeelt het bezwaarschrift. Als de IND het bezwaarschrift niet honoreert, gaat de verdachte in beroep bij de rechter.

6. De rechter bepaalt of de IND gelijk heeft of niet.

In een brief van het ministerie van Justitie aan de Tweede Kamer over de toepassing van dit artikel in Nederland van juni 2008 worden opvallende cijfers genoemd. In 2008 zijn er zo’n 350 van 1F verdachte mensen in Nederland. Als je kijkt naar de belangrijkste landen van afkomst dan staat Rwanda daar niet bij. Dat zou dus betekenen dat het aantal verdachten uit Rwanda in ieder geval niet groot is.

Een andere brief van het ministerie van Justitie geeft meer klaarheid over het aantal 1Fjes sinds 1998. Zo zijn er tussen 1998 en 2003 door de IND 694 dossiers naar het Openbaar Ministerie gestuurd. Van al die dossiers werden er uiteindelijk 2 voldoende geacht voor een strafzaak en vielen 25 dossiers onder het Afghanen-onderzoek van Justitie. Dat is opmerkelijk want Rwanda vroeg al een jaar eerder, in 2007 om de uitlevering van 16 genocide-verdachten.  Die komen dus blijkbaar in het geheel niet voor op de lijsten van het OM. Wel moet worden opgemerkt dat er in 2008, het jaar waarin de brief werd verstuurd, nog 260 dossiers niet waren beoordeeld door het OM. Rwanda wordt nergens genoemd; de IND en het OM hielden zich voornamelijk bezig met verdachte genocidairs onder Afghanen.

Vanwege de grote rol van IND en het feit dat een verdachte terecht komt in een civiele procedure, wil nu een aantal van genocide beschuldigden, gewoon een strafzaak waarbij een rechter zich over hun dossier kan buigen. Dat ze daarmee te maken krijgen met een OM dat zeer positief denkt over het Rwandese regime, lijken ze nog niet te beseffen.

Hoe het OM denkt, leest u morgen, met het verhaal van Jean Claude I.