Kagame is het zat

PSD-bijeenkomst

De vaste kern PSD-aanhangers maakt een dansje

Nog vier dagen voor de verkiezingen. Ergens ver weg in de provincie houdt de lijsttrekker van de Sociaal Democratische partij, zijn zoveelste speech. Onder een witte tent zitten op witte plastic stoeltjes, zo’n 150 mensen, in witte poloshirts  geduldig te luisteren. Ze reageren van tijd tot tij met een bestudeerd enthousiasme. De vuisten gaan omhoog, maar echt overtuigend ziet het er niet uit. De rally gaat pas echt leven als de muziek wordt aangezet: Stem Dr Jean Damascene Ntawukuriryayo. Dan springen de mensen op en gaan in Rwandese polonaise het veld over.

Bijna tegelijkertijd spreekt Paul Kagame, huidig president en lijsttrekker voor de RPF, het Rwandees Patriottisch Front, zo’n 95.000 mensen toe in het oosten van Rwanda. Kagame, tanig, breed lachend, gestoken in rode polo, met rood jack, wuift enthousiast. Hij spreekt hard, en laat zijn armen meespreken. Als ook hier de muziek klinkt, maakt Kagame een dansje op het podium. De menigte valt bijna flauw. Dit is hun president. Dit is hun verlosser. Dat vindt ook Kagame van zichzelf. Hij is de enige die het land de komende zeven jaar verder op weg kan helpen. Ieder ander is volstrekt onbekwaam.

Autocratisch

Kagame heeft geen geduld meer met de criticasters op zijn beleid. De laatste dagen van de campagne haalt hij steeds vaker naar hen uit. Rwanda is een soevereine staat; de bevolking van Rwanda beslist zelf wat het wil.  Kagame vergeet dan wel te melden dat de helft van zijn begroting uit het buitenland afkomstig is. De president wuift de kritiek op zijn autocratisch leiderschap weg door te wijzen op de verkiezingen. Dan spreekt het Rwandese volk. Wie dat niet accepteert, meet met twee maten als het gaat om de democratie in Rwanda.

Lijken stapelen zich op

De donoren maken zich ondertussen grote zorgen en zien met enige opluchting de verkiezingsdag naderen. Want de onregelmatigheden én de lijken, stapelen zich op. Kranten mogen niet meer verschijnen, journalisten en leden van de oppositie worden gearresteerd, in elkaar geslagen en soms zelfs vermoord. Mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en de oppositie wijzen verontwaardigd richting Kagame.

Of het waar is of niet: Kagame heeft de schijn tegen. ‘If it looks like a duck, if it walks like a duck, if it swims like a duck, it’s in all probality a duck.’

Voorstanders van Kagame zien het anders. Zij denken dat mensen die voorheen een vette, corrupte boterham verdienden, zoals een aantal ex-officieren, proberen Kagame in een kwaad daglicht te stellen. Zij zijn immers gebaat bij de val van Kagame. De president is met hernieuwde activiteit bezig om een harde bezem door de corruptie-augiasstal te halen. Zij vinden Kagame een betrokken ideoloog die het beste voorheeft met Rwanda. Die luistert naar de wensen van zijn volk. Toch maken ook zij zich zorgen. Is Kagame aan het doorslaan? Verliest hij beetje bij beetje de realiteit uit het oog? In hoeverre heiligt het doel de middelen? Hun ergste nachtmerrie is dat op een dag Kagame wordt gevonden met een ‘smoking gun’.

Nooit in de aanval

De andere drie kandidaten doen man- (en vrouw-) moedige pogingen om campagne te voeren. Ze houden vier of vijf bijeenkomsten per dag verspreid over het hele land. Ze hebben een fractie van het geld waarover de RPF kan beschikken. Ze beloven veel: gezondheidszorg voor iedereen, meer technische scholen, stimuleren van kleine bedrijvigheid, schoon drinkwater, elektriciteit. Nooit, maar dan ook nooit zullen ze de huidige president aanvallen. Gevraagd naar zijn kansen met de verkiezingen zegt PSD-lijsttrekker,  terwijl hij naar de 150 mensen om hem heen wijst: “De opkomst bij een rally zegt niet alles. Het gaat erom wat ze doen in het stemhokje.” De rallies lijken daarmee op onze verkiezingspolls. Of in Rwanda zich ook het Wilders-effect –zeggen dat je voor partij X stemt, terwijl je in het hokje het vlakje voor Wilders rood maakt- voordoet valt echter te betwijfelen.

De wet

Net als Kagame en net als de andere kandidaten, wijst de lijsttrekker van de PSD op de wet, gevraagd naar de ban op media en de moeilijkheden van de oppositie. “Zij houden zich niet aan de wet, en kunnen ze dus niet meedoen. Bij jullie moeten mensen zich toch ook aan de wet houden?” Dan is de bijeenkomst al weer afgelopen. Ntawukuriryayo glimlacht breed, slaat wat mensen op de schouder, schudt nog wat handen en stapt in zijn campagnebus: een overvolle, kleine, niet meer zo nieuwe bus waar voorop de wit met blauwe vlag van zijn partij hangt. Op naar de volgende rally, ergens à la campagne.