Waar was Nederland tijdens de genocide

Dinsdag 4 maart 2014

Waar was Nederland ten tijde van de genocide? 

Nederland is de laatste jaren ontzettend actief om mogelijke Rwandese genocidairs op haar grondgebied op te sporen. Geen middel wordt onbenut gelaten. Mogelijke verdachten wordt zonder tussenkomst van de rechter hun paspoort of verblijfsvergunning afgepakt en worden zo in één klap in de illegaliteit gedonderd. Anderen worden in de cel gezet in afwachting van hun uitzetting naar Rwanda. Want, zo roept Nederland, wij willen geen huis zijn voor massamoordenaars.

Maar waar waren die overijverige Nederlanders tijdens de genocide? Juist. Die hielden zich muisstil en verwierpen keer op keer vragen om steun. Nederland had het te druk met haar eigen kleine beslommerinkjes, zoals Tweede Kamerverkiezingen op 3 mei 1994. Wat nou genocide? Lekker belangrijk als voor de PvdA en CDA historische verliezen dreigen en voor D66 en VVD juist een historisch grote overwinning. Natuurlijk hebben  aftredende ministers weinig zin in zo'n Afrikaans wespennest. 

Volgens de archieven van Buitenlandse Zaken werd er vooral gepraat. Met Europa. Met de VN. Met elkaar. Ook als de VN-vertegenwoordiger voor de mensenrechten half mei vertelt dat er al meer dan 200.000 slachtoffers zijn geeft Nederland geen krimp. Nee hoor, er kunnen geen manschappen geleverd worden aan de VN-vredesmacht in Rwanda (UNAMIR). En nee, er kan ook geen bewegingscontrole unit komen bij het vliegveld van Kigali omdat we teveel op Belgen zouden lijken en dus veel risico zouden lopen. Oh ja, we stuurden wel Herculesvliegtuigen om de vluchtelingenkampen in Goma te bevoorraden, maar dan wel met een Belgische bemanning. God, wat waren we dapper! De enige die zich druk maakte over Rwanda was de minister van Ontwikkelingssamenwerking jan Pronk. Na de verkiezingen bezocht hij Rwanda -zonder journalisten- en drong aan op snelle hulp van de VN. Waarop de VN natuurlijk prompt Nederland om die extra manschappen vroeg. Maar nee, Relus ter Beek (PvdA, Defensie) en Pieter Kooimans (CDA, BuZa) voelden daar niets voor. 

Uiteindelijk kregen Zambiaanse VN-soldaten overtollig materieel na lang aandringen van de VS-ambassadeur Terry Dornbush. Goh.

Na de genocide werd Rwanda het troetelkind van Pronk. Hij leidde maar liefst 11 missies  naar Rwanda tussen 1994 en 1997. De hulp werd verhoogd van 36 miljoen in drie jaar naar 235 miljoen gulden over twee jaar. Daarmee werd Nederland een van de grootste donoren van Rwanda. Natuurlijk werd Pronk ook een troetelminister voor Rwanda. Zo werd hij uitgenodigd voor de eerste herdenking van de genocide. De Fransen en de Belgen waren minder enthousiast, die waren niet erg overtuigd van de beste bedoelingen van het nieuwe Tutsi-regime. Pronk is altijd een enthousiast fan van het regime gebleven.

De opvolgsters van Pronk, Evelyne Herfkens en Agnes van Ardenne hadden niet veel met Rwanda. Toch hielden zij Rwanda op de lijst van donorlanden. Vraag is: op voorspraak van wie?