Verliefd op de honorable judge Arbuthnot

Maandag 28 december 2015

Verliefd op de honorable Emma Arbuthnot

Na 128 pagina's sprankelend bronhelder proza, ben ik verliefd geworden op Emma Arbuthnot. Ik heb haar nooit ontmoet, maar stel me voor dat ze een kruising is tussen Margaret Thatcher, Bodicea and koningin Victoria. Ze prikt met gemak onzinverhalen door, zet prioriteiten op een rij, weet wat politiek betekent en staat stevig boven de partijen. Hier en daar glimmert zelfs wat humor. Helder en gedetailleerd geeft ze haar eigen ideeën en twijfels op een wijze die ik nog nimmer zag bij haar Nederlandse collega's. Lees hier de complete uitspraak.

Emma Arbuthnot is de Engelse rechter die vorige week vond dat vijf Rwandezen niet konden worden uitgeleverd aan Rwanda. Uitlevering druiste in tegen de 'Human Rights Act' van 1998. In feite komt het er op neer dat niet vaststaat of de Rwandezen een eerlijk proces zullen krijgen.

Arbuthnot gaat daarbij een paar stappen verder dan de Nederlandse rechter die begin december oordeelde dat Jean Claude Iyamuremye en Jean Baptiste Mugimba niet uitgeleverd konden worden naar Rwanda omdat de advocatuur van onvoldoende kwaliteit was. Het tweede rapport van Martin Witteveen speelde daarbij een doorslaggevende rol (een eerste rapport was nog redelijk lovend over het justitiële systeem in Rwanda).

Dat tweede rapport speelde ook een grote rol in de zaak van de vijf Rwandezen in Londen. Martin Witteveen was notabene een getuige VOOR de Rwandese staat. Anders dan in Nederland, waar het land dat om uitlevering vraagt, geen directe rol speelt in de procedure, is dat dus anders in Engeland. Daar is de Rwandese staat de partij die om uitlevering vraagt en is daarmee degene die voor de rechter haar zaak bepleit. 

Rwanda zal lelijk op haar neus hebben gekeken toen ze het tweede rapport lazen van hun eigen expert-getuige Martin Witteveen. Die vertelde dat het beter ging met het justitiële systeem, maar vooral dat de advocaten nog niet in staat waren complexe zaken te behandelen. Ik kan me alles bij de ontvangst van het rapport voorstellen, ook een president waarbij de stoom uit neus en oren komt. 

Arbuthnot gaat dus verder dan Witteveen die zich nadrukkelijk van elke politieke analyse onthield. Zo vindt Arbuthnot de Gacaca-processen incompleet en tegenstrijdig. De verdediging diende veel documentatie in over verdwijningen, moorden, aanslagen, slechte onderzoeken, martelingen, twijfelachtige arrestaties, vrijheid van meningsuiting enzovoorts. Arbuthnot vindt de documentatie helder en overtuigend. Heel anders dus dan we van de Nederlandse rechters gewend zijn. Die gaan over het algemeen mee met het OM die vindt dat de mensenrechtensituatie wel meevalt in Rwanda.

Ook anders dan haar Nederlandse collega's, neemt de Engelse rechter wel heel serieus dat er Rwandese oppositieleden in Engeland werden bedreigd door Rwandese doodseskaders. "… Ik accepteer dat de politie voldoende aanwijzingen had om te komen tot deze ongebruikelijke stap … het is geen bevredigende situatie dat een buitenlandse mogendheid denkt dat het is toegestaan om plannen te maken, mensen te vermoorden die dachten een veilig heenkomen te hebben gevonden …" Prachtig staaltje van Engelse tongue in cheek!

De Engelse rechter kijkt genuanceerd naar de materie. Zo vindt ze de internationale afdelingen van gevangenis 1930 en Mpanga netjes en ruim. Ze vindt dat er geen aanwijzingen zijn dat de vijf zullen worden gemarteld. Ook zijn er geen indicaties dat de vijf worden gezien als politieke tegenstanders van het regime. Verder heeft ze geen aanwijzingen dat de rechters zijn bevooroordeeld, al zijn er aanwijzingen dat de rechters financieel corrupt zijn; daar zinspeelde de rwandese p[resident immers zelf op in een speech. 

Toch is er weinig kans op een eerlijk proces, zo denkt Arbuthnot, omdat de vijf inmiddels zijn uitgegroeid tot belangrijke internationale symbolen; daardoor wordt de kans op een niet-gemanipuleerd proces klein.  

Ze is het gedeeltelijk eens met Dr Clark, ook een getuige vóór Rwanda, dat het land grote verbeteringen op economisch vlak laat zien. Maar zegt ze: 'Ik vond wel dat dit ten koste is gegaan van een aantal basis vrijheden….. Ik twijfel er niet aan dat het algemene beeld klopt van Rwanda als een autoritaire repressieve staat …"

Anders dan de Nederlandse rechters vindt Emma Arbuthnot het proces van Ingabire wel relevant en ze neemt er ruim de tijd voor. Ze hecht veel waarde aan het rapport van Amnesty International waarin wordt gesproken van een oneerlijk proces en bevooroordeelde rechters. Dat de president zich nog voor het proces van start ging, uitliet over de schuld van Ingabire vond ze '… ver voorbijgaan aan het soort oppervlakkige opmerkingen dat politici doorgaans maken over lopende processen.'

Ze heeft daarbij nog een interessante opmerking: "De president lijkt veel te weten over een zaak die nog niet voor de rechter komt in de eerstkomende 16 maanden …" Arbuthnot concludeert uiteindelijk dat het Hooggerechtshof Ingabire oneerlijk heeft behandeld en dat politieke motieven daaraan ten grondslag lijken te liggen. "Ik kan niet uitsluiten dat de rechters (..) hebben gereageerd op uitlatingen van Kagame en zijn ministers …"

Veel ruimte neemt de rechter ook om te zien hoe het gaat met de vijf Rwandezen die of zijn overgedragen door het Strafhof in Arusha, of door andere landen (Zweden, Denemarken, Canada). Ze kijkt daarbij met name naar de monitors en naar het rapport van Witteveen die een groot deel van de zittingen volgde, meestal samen met een vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade. Zoals gezegd, uit die rapportage rijst een beeld op van advocaten die nog niet de kwaliteiten bezitten voor een complex proces.

Ook komt een beeld naar voren van Rwanda dat worstelt met de betaling van de advocaten en nog niet goed weet hoe het moet omgaan met de keuze van (pro bono) advocaten. De meeste Rwandezen hebben geen eigen geld; Rwanda moet dus de verdediging betalen. De budgetten zijn veel te laag begroot, waardoor er steeds weer onderhandeld moet worden. Er zijn, officieel tot september 2015 als de regels worden veranderd,  geen budgetten voor onderzoekers. Ook blijft het lastig hoe om te gaan met getuigen voor de verdediging. Zodra het staatsapparaat zich ermee bemoeit, en dat doet het de hele tijd in steeds wisselende vormen, hebben getuigen weinig trek om zich bloot te geven. 

Genoeg geschreven hierover. De zon schijnt hier in Frankrijk. Ik ga lekker onkruid wieden!