Alles stroomt wel erg hard


Panta rei, alles stroomt, zo gaat het wijze Griekse gezegd, maar soms stroomt alles wel erg snel en zijn de veranderingen een schok. Zo bestaat ons dorp in de Corrèze plots niet meer en is MIJN grijze cantharellenplekje zo'n beetje volledig gekapt. 

Afgelopen zomer trok ik een paar keer de wijde wereld in vanaf het stationnetje bij ons in het dorp. Dat had iets heel opwindends en geruststellends tegelijk: de wereld begon letterlijk maar een paar passen bij ons huisje vandaan. Als ik mij door het drukke Schiphol of Charles de Gaulle een weg probeerde te banen, nam ik de weilanden in het ochtendlicht en het vriendelijk gekwetter van de vroege vogels met me mee. Een keer zelfs stapte een ree parmantig over het spoor alsof het een kaartje eerste klas had besteld. Dat kan dus niet meer. Sinds een week scheurt de boemel ons dorp voorbij. Het is alsof Sinterklaas nooit meer op bezoek komt. De bazen van het spoor hebben hun telmachientje laten werken en blijkbaar is ons dorp niet rendabel meer. Dat moet ook voor een aantal werkers van het spoor tot enige verbazing hebben geleid, want nog het afgelopen jaar kreeg het wachthuisje een complete opknapbeurt. 

Maar dit was niet de enige schok. Buurman en buurvrouw vertelden over de grootscheepse kap die plaatsvond, iets verder. Natuurlijk moest ik daar het fijne van weten en ik ging op onderzoek. Dat de enorme vrachtwagens de weg naar boven aan gort hadden gereden, ach ja, c'est la vie nietwaar. Dat het weiland, vroeger zo geheimzinnig omzoomd door statige dennen, er nu plots naakt bijlag, bon, ook daar kon ik mee leven. Maar dat ze bezig waren met de kap van de plek waar ik altijd mijn grijze cantharellen plukte, nee. Dat was een stap te ver. Dat was de druppel die bij mij het emmertje deed overlopen. Ik keek om mij heen en zag de ravage. Omgezaagde reuzen, grote takkenbossen, omgeploegde aarde. Ik keek en zag dat deze moordpartij nog lang niet ten einde was. Overal stonden bomen met een rode stip, als Joden met een Jodenster, te wachten op hun deportatie.

Als een rechtgeaarde Nederlander -zaten wij immers allen niet in het verzet ten tijde van de Tweede Wereldoorlog - besloot ik de boel te saboteren. Ik trok mijn paddenstoelenmes en begon de rode stippen weg te krabben. Het waren er veel, heel veel en ik moest stoppen toen het duister en de nevel hun intrede deden. In de verte hoorde ik geblaf, een geweerschot. Om half tien 's nachts raasde er een trein langs zonder te stoppen. Een goederentrein, zonder ramen. Ik meende boven het gemakkadam van de wielen, gekreun te horen. 

IMG 2723.jpg
IMG 2724.jpg