De dag dat de krant eindelijk verscheen


Donderdag 7 november 2013

Max, de opmaker zat als een dood vogeltje achter zijn beeldscherm. Had hij eindelijk de opmaak helemaal klaar, kon de drukker niet drukken. Door alle stroomstoringen van de afgelopen dagen was er iets geknakt in de stoere heidelberger pers. Een nieuw onderdeel zou pas om drie uur arriveren.  'Nous souffrons Anneke', riep hij steeds maar. 'Wij lijden!' 

Met het dossier zijn wij gisteren niet opgeschoten. Afspraken werden afgezegd, telefoons niet opgenomen. En toen wij met de directeur voor de enegergievoorziening wilden praten over alle stroomstoringen werden wij door een hautaine jongeman de deur gewezen. Even waande ik me in Rwanda, niet in Benin, waar normaal gesproken iedereen vreselijk zijn best doen om je te helpen. 

Gelukkig konden wij 's avonds de geboorte van de nieuwe krant meemaken. De drukkerij staat op een klein veldje achter wat huizen. Een stenen keet, een deur, een raam, twee kale peertjes, twee wankele tafels en een stoere Heidelberg die twee pagina's tegelijk kan drukken.  De drukker haalde net de laatste vellen uit de machine, toen eindredacteur Alberique en ik binnenstapten. Max stond te stralen, terwijl hij in sneltempo de vellen krantenpagina's op volgorde legde. De krant zag er technisch goed uit. Het zwart was zwart, het rood was rood, en op de foto's kon je de gezichten van mensen onderscheiden. 

drukkerij1.jpg

Max houdt trots de krant omhoog. 

Alberique en ik gingen ook maar aan het werk. We vergaarden en vouwden de krant, net als Max. Ik werd 35 jaar in de tijd teruggeparachuteerd. Ik was toen groen van de universiteit (zonder bul) in een drukkerij terecht gekomen. En omdat de eigenaar slecht 'nee' kon zeggen, stonden we regelmatig brochures te vouwen en te nieten tot diep in de nacht, omdat hij ze de volgende ochtend beloofd had te leveren. 

Ik voelde me geweldig. De geur van inkt, de pers, de platen: hier werd nog lekker ouderwets gedrukt. Niks direct van computer naar machine. De drukker had er wel van gehoord zei hij, maar ik hoorde aan zijn stem dat hij er eigenlijk niets van geloofde.


drukkerij2.jpg

Max (links) en Alberique (rechts) overleggen. 

De meneer in het midden zat de hele tijd op een stoel, zonder ook maar een vinger te bewegen. 


Max ging naar het busstation om daar de exemplaren voor Cotonou af te leveren. Alberique en ik namen vier exemplaren mee voor de media-waakhond, de organisatie die toezicht houdt op journalisten en hun media. Elke publicatie moet daar in viervoud worden afgeleverd, direct na het drukken! De directeur kwam net aanrijden. Hij maakte wat speelse opmerkingen richting Alberique die nauwelijks reageerde. Hij had niks met deze meneer die ondanks de vriendelijke vernislaag, er eigenlijk op uit was het leven van journalisten zo lastig mogelijk te maken, legde hij later uit.

Door de stroomstoringen was de krant maar liefst drie dagen te laat. Morgen toch maar naar de directeur van de elektriciteit om te vragen hoe het nu allemaal zit.

drukkerij0.jpg

De drukkerij

drukkerij4.jpg