Toenemend geweld in Tunesie

Radhia Nasraoui en Hamma Hammami

Foto: Jan Hofdijk

Donderdag 13 januari

Gisteren is Hamma Hammami (1952) gearresteerd. Voor de leider van de verboden communistische arbeiderspartij en voormalig directeur van verschillende verboden kranten als de Voice of the People is dat niets nieuws. Zijn eerste arrestatie dateert van 1972. Hij kreeg toen anderhalve maand gevangenisstraf vanege deelname aan een studentenbeweging. In 1974 werd hij opnieuw gearresteerd en veroordeeld tot acht jaar cel. Dit keer vanwege lidmaatschap van de verboden beweging The Tunesian Worker. Hammami werd toen zo ernstig gemarteld, dat hij blijvend gehandicapt is. De jaren erna werd Hammami regelmatig gearresteerd en tot gevangenisstraffen veroordeeld. Een keer (1998) werd hij zelfs opgepakt samen met zijn 9-jarige dochter.  In 2009 werd Hammami bij zijn terugkomst in Tunesie, op het vliegveld in elkaar geslagen door de politie. Hammami kwam uit Frankrijk waar hij verschillende kritische interviews over de president en het regime had gegeven. Vorig jaar nog moest hij zich maanden schuilhouden, omdat hij gezocht werd door de politie. Amnesty International volgt Hammami al jaren. Tunesie-deskundige Anita Witlox van Amnesty: "Dit is wel heel wrang. Op de dag dat de president belooft iedereen vrij te laten die is gearresteerd, wordt hij opgepakt. Dit zegt wel iets."

Volgens Reporters Zonder Grenzen werd Hammami gisterochtend in zijn huis gearresteerd. Zijn vrouw, Radhia Nasraoui vertelde aan Amnesty International dat Hammami kritische interviews had gegeven als woordvoerder van zijn verboden Communistische Arbeiderspartij en dat hij daarom waarschijnlijk was gearresteerd. Tegelijk met Hammami werden Mohamed Mzem, advocaat en mensenrechtenactivist en Monia Abid, onderwijzeres, gearresteerd. Zij waren op bezoek bij Hammami. Het 11-jarig dochtertje kon wegglippen. De afgelopen dagen zijn naast demonstranten, advocaten en mensenrechtenactivisten ook tientallen journalisten en bloggers opgepakt. 


Maandag 10 januari

In Tunesie loopt de zaak volledig uit de hand, met 50 doden (zie dodenlijst), maar Nederland en de Europese Unie zwijgen als het graf. Des te opmerkelijker in vergelijking met de Verenigde  Staten: die veroordeelt het geweld in Tunesie en riepen de ambassadeur op het matje in verband met het geweld, de censuur van internet en de schending van de mensenrechten. De Europese Unie manoeuvreert als gebruikelijk: mensenrechten waren tot op heden ondergeschikt aan economische belangen en dus werden er geen vervelende vragen gesteld. Hoog tijd dat Nederland het voorbeeld van de Verenigde Staten volgt en op zijn minst de ambassadeur ter verantwoording roept.  Hoog tijd dat Europese Unie op zijn minst indringende vragen stelt aan Tunesie.

Volgens journalist en mensenrechtenactivist Omar Mestiri 'Moet de internationale gemeenschap een eind maken aan deze massamoord. Vanmorgen nog kregen we meldingen door van lijken die zijn gevonden. We weten dat de omgeving van de president, of de president zelf het groene licht heeft gegeven voor het schieten op demonstranten. Het is onvoorstelbaar dat Europa nog steeds zwijgt omdat Tunesie een belangrijke partner is als het gaat om de veiligheid en economie van Europa."

INTERNETOORLOG

Sociale media als Facebook (2 miljoen gebruikers in Tunesie) spelen een sleutelrol in de informatievoorziening rondom de demonstraties en manifestaties in Tunesie. President Ben Ali schroomde daarom niet gevoelige sites en pagina's te blokkeren. Ook werden bloggers geintimideerd, zo meldt een bericht van Reporters zonder Grenzen. Overigens werd al censuur op politiek en sociaal gevoelige sites gepleegd. Dat is dus alleen maar meer geworden nadat de ongeregeldheden uitbraken half december. Tunesie staat op de lijst Vijand van Internet, van Reporters zonder grenzen. Natuurlijk proberen bloggers de censuur te ontwijken. Via programma's als Hotspot Shield leek dat aardig te lukken, vandaar dat de overheid een tegenaanval inzette op dit programma. De bloggers echterlaten zich niet meer intimideren: 'Wij zijn niet langer bang', zo staat in het bericht van Reporters zonder Grenzen te lezen. Journaliste in ballingschap Sihem Bensedrine, gebruikte in een telefoongesprek gisteren bijna dezelfde woorden: 'Wij zijn voorbij de angst.'

Toch hebben bloggers wel degelijk iets te vrezen in Tunesie. De afgelopen dagen werden minstens vijf internet-activisten gearresteerd volgens een ander bericht van Reporters zonder Grenzen. Inmiddels zijn daarvan drie al weer vrijgelaten, aldus advocate Radhia Nasraoui.


Vrijdag 31 december

Sinds vanochtend zijn advocaten in staking op alle gerechtshoven in Tunesie. Gerechtshoven in het hele land zijn sinds vanochtend daarom omsingeld door de politie, aldus Sihem Bensedrine, journaliste en mensenrechtenactivist vanuit haar ballingland Spanje. Zij staat in nauw contact met de advocaten in Tunesie. 

Een aantal advocaten is vanochtend geslagen en met de dood bedreigd, toen zij gerechtshoven wilden binnengaan om samen met hun collega's te staken. Zo werd in Tunis Raouf Ayadi wederom in elkaar geslagen door de politie. Ayadi werd dinsdag al met geweld gearresteerd en 24 uur vastgehouden. De politie vertelde hem vanochtend dat zij instructies hadden om hem te vermoorden. Dat hij zich dus maar beter rustig kon houden. Een dergelijke bedreiging kreeg ook een andere prominente advocaat/mensenrechtenactivist. Ook hij werd in elkaar geslagen en met geweld in een auto gesleurd en 5 kilometer buiten de stad weer losgelaten. In Tunis is de vrouw van de bekende mensenrechtenactivist Abboe Mohamed gisteren bewusteloos geslagen bij het Paleis van Justitie. Omstanders die hulp wilden bieden, werd dit verhinderd door de politie. Mevrouw Abu is nog steeds niet bij kennis. En nog steeds mag zij van de politie niet naar een ziekenhuis, aldus Bensedrine, die ook woordvoerder is van de CNLT (Conseil National pour les Libertes en Tunesie). 

Het zijn met name  advocaten die zich sterk maken voor de mensenrechten in Tunesie, die het doelwit zijn van het regime. Maar ook journalisten worden bedreigd. President Ben Ali wil geen ruchtbaarheid geven aan de manifestaties die het land nu al 14 dagen in hun grip houden. Zo werd de journalist Ammar Amroussia die werkt voor de verbannen krant Al Badil op 29 december gearresteerd. Hij liep mee in demonstraties en schreef over de recente ontwikkelingen in Sidi Bouzid, het stadje waar het allemaal begon. Amroussia riep op om de dictatuur van Ben Ali te bestrijden. Tegen hem kan 12 jaar gevangenisstraf worden geeist.

Donderdag 30 december

In Tunesie duurt de chaos voort. De president ontkwam er niet aan om iets over de situatie in zijn land te zeggen, na de voortdurende berichtgeving in buitenlandse en social media. Hij gaf toe in een tv-boodschap dat de werkloosheid hoog was, beloofde een banenplan ter waarde van 3,3 miljard euro en gaf de schuld van de onlusten aan een kleine extremistische minderheid. Hij sprak dreigende en duidelijke taal: opstootjes worden niet getolereerd.  Hij ontsloeg ook de minister van Communicatie Oussame Rhomdani. Die heeft de blijde boodschap niet goed verkondigd en toegestaan dat buitenlandse media 'de waarheid' verdraaien. De minister van Communicatie kreeg ook flinke kritiek van de enig toegestane oppositiepartij in Tunesie, de PDP. Hij en zijn collega van Binnenlandse Zaken zijn volgens de PDP (Parti Democratique Progressiste) er voor verantwoordelijk dat een legaal protest uitmondde in een golf aan geweld. Overigens zijn de twee advocaten die dinsdag werden gearresteerd, gisteren vrijgelaten. Hoeveel mensen er nog worden vastgehouden is niet bekend. Organisaties als Amnesty International volgen de ontwikkelingen op de voet. Volgens tunesie-kenner Anita Witlox van Amnesty international lijkt de situatie op die van 2007: "Ook toen waren er massale demonstraties die met excessief politioneel geweld de kop in werden gedrukt. Ik vind dat de Europese Unie de ontwikkelingen in Tunesie stevig moeten veroordelen, maar de EU houdt zich opvallend stil de laatste tijd."  


woensdag 29 december 2010

In Tunesie wordt de toestand steeds chaotischer, zo vertelde advocaat en mensenrechtenactivist Radhia  Nasraoui gisterenavond door de telefoon. Ze bevond zich in het Paleis van Justitie in hoofdstad Tunis, waar ze met een aantal andere advocaten protesteerde tegen de arrestatie van twee collega's eerder die dag. Tunis was op dat moment pikkedonker: de electriciteit was afgesloten. Tunesie is sinds 17 december het toneel van manifestaties tegen de werkloosheid. Toen stak een jongeman (26) zichzelf in brand in het stadje Sidi Bouzid, nadat de politie zijn groenten- en fruitstalletje in beslag had genomen vanwege het ontbreken van papieren. Mohamed Bouazizi was afgestudeerd, maar kon geen werk vinden. Hij was verantwoordelijk voor het inkomen van zijn hele familie. De jongeman ligt in kritieke toestand in het ziekenhuis. Woensdag 22 december volgde Houssine Ben Falleh Falhi zijn voorbeeld door zich te electrocuteren. Zijn zelfmoordpoging slaagde. Vlak voor zijn dood, schreeuwde Falhi zijn wanhoop uit over zijn werkloosheid, aldus ooggetuigen.

Vorige week vrijdag was er opnieuw een manifestatie in het dorpje Bouziane. De politie schoot om de groep demonstranten uiteen te drijven; daarbij viel een dode en meerdere gewonden. Afgelopen weekend demonstreerden 2000 jongeren en werklozen in het stadje Regueb. Tegelijkertijd vond in Souk Jedid ook een manifestatie plaats met enkele honderden betogers.  Ook hier schoot de politie om de groep demonstranten te verspreiden. Maandag gingen duizend mensen in Tunis de straat op. Tunis leek op een belegerde stad. De nationale garde probeerde te verhinderen dat de demonstranten in het centrum kwamen. Een groep betogers die zich had verzameld voor het gebouw van vakbond werd met de wapenstok uit elkaar geslagen. 

Gisteren demonstreerden zo'n 300 advocaten in Tunis. Twee advocaten werden na de demonstratie met geweld gearresteerd. Het gaat om maitre Abderraouf Ayadi en maitre Choukri Belaïd. Niemand weet hoeveel arrestaties er de afgelopen tien dagen zijn verricht. De president bagatelliseert de onlusten door het 'incidenten' te noemen. Hij waarschuwde gisteren "de kleine minderheid van extremisten die de oorzaak zijn van de 'incidenten'."

Volgens Nasraoui treedt de politie hard op tegen de demonstranten. Ook wordt uit alle macht geprobeerd de onlusten uit de pers te houden. "Op dit moment is de president tot alles in staat", zegt Nasraoui. "Hier geldt nu totale straffeloosheid en chaos." Nasraoui staat al sinds 1987 als advocaat op de bres voor de mensenrechten in haar land. Dat was het jaar waasrop de huidige president Zine el-Abidine Ben Ali aan de macht kwam. Hij regeert het land sindsdien met dictatoriale hand. Met de economie gaat het in de moderne stedelijke gebieden goed, op het platteland echter is armoe troef. Met de mensenrechten en de persvrijheid is het slecht gesteld in Tunesie. De oppositie zit in de cel of is monddood gemaakt; net als de kritische media. Politieke gevangen worden regelmatig gemarteld en zitten vaak lang geisoleerd gevangen. 

Ook nu probeert Ben-Ali de demonstraties buiten de pers te houden door journalisten aan banden te leggen en publicaties te verbieden. Zo werd de editie van 24 december van weekblad Al Maouqif verboden omdat het uitgebreid berichtte over de onlusten. Het is het weekblad van de enig toegestane oppositiepartij in Tunesie, de Parti Democratique Progressiste. Maar Ben-Ali bevindt zich in een hopeloze situatie:  via de sociale media en El Jazeera komt de informatie snel naar buiten.

Volgens Larbi Sadiki, Tunesisch docent politieke wetenschappen van het Midden Oosten verkeert het land nu in een wanhopige economische situatie en zijn de goede scholingsmogelijkheden (gratis onderwijs) en emancipatie tenietgedaan door de neo-liberale politiek met privatiseringen en buitenlandse investeringen in een aantal sleutelsectoren van de economie. Dat leidde tot scherpe tweedeling tussen moderne en welvarende steden en kustgebieden en de armoede in het binnenland en het zuiden waar de landbouw zwaar werd verwaarloosd. Die tweedeling kan het land fataal worden, aldus Sadiki.

Tunesie telt niet alleen veel (hooggeschoolde) werklozen, er kwam ook een eind aan het subsidiestelsel van bijvoorbeeld brood, brandstof, onderwijs en gezondheidszorg, waardoor de kosten voor het levensonderhoud enorm zijn gestegen.

Mensenrechtenadvocaat Nasraoui verwacht dat de onrust verder zal stijgen als de overheid geen ingrijpende maatregelen treft om de werkloosheid terug te dringen en het leven weer betaalbaar voor iedereen te maken. Ook moet de overheid meer geld steken in het verwaarloosde midden en zuiden van het land. Vorige week beloofde president Ben Ali 8 miljoen euro, 'Maar dat is natuurlijk een fooi', aldus Nasraoui.

Nasraoui is sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw werkzaam als mensenrechtenadvocaat. Zij strijdt tegen de persbrijdeling en de mensenrechtensituatie in haar land. Zij is ook voorzitter van de Vereniging tegen het martelen in Tunesie. Nasraoui is geen vriendin van het regime. Zij wordt regelmatig lastig gevallen en gevolgd. Er is meerdere malen ingebroken in haar huis en kantoor. Regelmatig ook krijgt ze een verbod om het land te verlaten. Haar clienten worden onder druk gezet. Nasraoui is de echtgenote van Hamma Hammani, woordvoerder van de verboden communistische arbeiderspartij. Hammani zat jaren in de gevangenis.