Ambtsberichten zijn onbetrouwbaar


Dinsdag 3 september 2014

IAB heeft cruciale systeemfout

Woensdag 28 mei 2014

In mijn zoektocht hoe een Individueel Ambtsbericht (IAB) nu exact tot stand komt, ben ik twee dagen geleden toch wel erg geschrokken. Wat blijkt: de vertrouwenspersoon die in op dracht van de Nederlandser ambassade onderzoek doet en getuigen spreekt, is DE ENIGE die weet of getuigen betrouwbaar zijn, want hij is de enige die ze zoekt, vindt en spreekt. De getuigen vormen de basis van het rapport dat de vertrouwenspersoon maakt en dit rapport is HET ENIGE dat gebruikt wordt voort het IAB. 

De landenspecialisten van de IND en de mensen van de afdeling IAB van Buitenlandse Zaken, zeggen wel dat ze de hardheid van de bronnen controleren, maar kunnen dat gewoonweg niet. Ze nemen geen retourtje Kigali om nog eens met de getuigen te spreken die de vertrouwenspersoon opneemt in zijn verslag. Ze gaan er van uit dat de collega's op de ambassade een goede vertrouwenspersoon hebben aangesteld. Dat die vertrouwenspersoon juiste getuigen zoekt en correct verslag doet van zijn bevindingen.

Maar bewijzen zijn er niet van. De vertrouwenspersoon gaat op pad zonder opname-apparaat, zonder notitieblok, zonder fototoestel. Hij maakt geen kopieën van de identiteitskaarten van de mensen met wie hij spreekt. Er is dus geen enkele zekerheid of hij wel echt met meneer X of mevrouw Y heeft gesproken. Als ik op deze manier journalistiek bedreef dan zou ik hard worden uitgelachen door al mijn collega's. Kom op Verbraeken, dat schrijf je nu wel, maar waar zijn de bewijzen? 

Voor een IAB, dat in een aantal gevallen zelfs letterlijk gaat over leven en dood, zijn bewijzen niet nodig. Dat geldt overigens voor de hele procedure: hard bewijsmateriaal is praktisch  in geen enkel dossier te vinden.

Het lijkt mij een cruciale fout in het systeem dat NIEMAND kan controleren of de vertrouwenspersoon met werkelijk betrouwbare bronnen heeft gesproken. In een land als Rwanda waar het regime bepaalt wat er gebeurt, waar onafhankelijke organisaties het land uit worden gezet, waar kritische journalisten en politici achter tralies verdwijnen of worden vermoord, waar de laatste tijd weer mensen verdwijnen vanwege mogelijke banden met de Hutu-rebellen, waar ook de rechterlijke macht niet onafhankelijk opereert, waar je nooit weet of iemand de waarheid spreekt of niet, lijkt me dit toch geen informatiebron waarmee iemand van genocide beschuldigd kan worden. 

De zorgvuldige procedure waarnaar de ambassade, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de IND zo vaak verwijzen, is dus een schijn-zorgvuldige. De intentie mag er zijn, de realiteit is een andere.

Dat vindt de ombudsman trouwens ook. Hij schreef daar in 1998 (Oosting) een rapport over, en weer een in 2007 (Brenninkmeier). In 1998 werd geconstateerd dat bronnen niet werden gecontroleerd en dat informatie niet compleet was bij de IAB's. In 2007 was er nog niet veel veranderd. Weer concludeerde de ombudsman dat de IAB's onzorgvuldig tot stand kwamen en dat de IND zich bevooroordeeld en partijdig opstelde.


Wob-verzoek over ambtsberichten

Gisteren belde het ministerie van Veiligheid en Justitie. Dat Wob-verzoek van mij, of ze nog even twee weken extra konden krijgen. Want ja, de beslissing was helemaal klaar, maar nu moesten er nog wat mensen naar kijken. Ik ben bang dat ik waarschijnlijk pas de informatie krijg als ik hoogbejaard en dement ben. Gewoon even voor de lol, mijn Wobverzoek in de tijd gezet:

Op 14 februari stuur ik mijn brief aan staatssecretaris Teeven met het officiële verzoek tot informatie. Een bestuursorgaan is verplicht binnen vier weken antwoord te geven. Als dat niet lukt komen er nog vier weken bij en als dat weer niet lukt kunnen ze er nog twee extra weken bij krijgen.  Dat gebeurde dus prompt. Na TIEN weken kreeg ik wat velletjes papier, die wel iets te maken hadden met mijn verzoek, maar niets met de kern van mijn verzoek: informatie over de beslissing waarom de IND in 2008 is gestart met de revisie van alle Rwandese 1F-files. De rest van de informatie kreeg ik niet, laten we zeggen, omdat het de relatie met Rwanda zou kunnen schaden. De overheid heeft een scala aan gronden om informatie te weigeren, en daar maakt ze ook graag gebruik van.

Samen met Mira, mijn doortastende NVJ-advocaat, besloten we in beroep te gaan. We stuurden een bezwaarschrift (moet binnen zes weken) en op 10 juni was er een hoorzitting bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Daar mocht ik vertellen waarom ik de informatie wil hebben en waarom de weigergronden van het bestuursorgaan, absolute onzin zijn. Van die hoorzitting wordt een verslag gemaakt en op basis van dat verslag en bevindingen van de commissie die mij hoorde, moet het ministerie een nieuwe beslissing nemen. Daar is nu dus het wachten op. Over twee weken weet ik dus meer. Of niet, als er besloten wordt dat andere informatie niet gegeven mag worden. 

Als dat zo is, dan kunnen we aan de rechter vragen zich te buigen over de beslissing van het ministerie. De rechter beslist dan of het ministerie gelijk heeft of niet. Het duurt natuurlijk even voor er een datum van een zitting is bepaald en vervolgens heeft de rechter zes weken de tijd om een besluit te nemen. Je bent dan weer minstens drie maanden verder. Je kunt daarna nog naar het Europese Hof. Ik ben blij dat de rechtbanken rollator-vriendelijk zijn.

Verder nog het interview met Jean Claude Iyamuremye die in de gevangenis van Zoetermeer wacht op zijn uitlevering naar Rwanda. Ook dat is een ingewikkelde procedure. Ik dacht dat gisteren de beslissing zou komen, maar nee, gisteren werd bekend op welke datum de rechtszaak dient. 

Vandaag ga ik me onder andere verdiepen in het dossier van een 1F-je dat ik gisteren in Scheveningen kreeg aangereikt. Er zijn slechtere plekken om een zwaar dossier te ontvangen.

Maandag 28 Juli 2014

SPROOKJES!

Een vertrouwenspersoon moet een rapport maken over Jean Claude Iyamuremye, u weet wel de Rwandees die in de gevangenis van Zoetermeer zit, omdat Rwanda heeft gevraagd om zijn uitlevering. Inmiddels hebben de rechter (in december) en de Raad van State (in juni) al besloten dat Jean Claude kan worden uitgeleverd. Het woord is nu aan de minister. 

Gisteren kreeg ik een deel van de onderliggende stukken van zijn Individueel Ambtsbericht toegestuurd. De eerste regel van het rapport van de vertrouwenspersoon luidt: "Ik ging naar de wijk (Kicukiro) en ontmoette PER ONGELUK de vijf getuigen …. " (de hoofdletters zijn van mij).

Het zijn deze vijf getuigen die aan de basis staan van het ambtsbericht over Jean Claude. 

Natuurlijk. In 2010, 16 jaar na de genocide, wandelt een vertrouwenspersoon de wijk binnen en vindt dan zomaar, heel toevallig, binnen drie dagen, vijf getuigen die Jean Claude beschuldigen van genocide. Hij heeft geen lijstje met namen, hij heeft geen onderzoek gedaan. 

Hoe zou hij het hebben aangepakt? Winkels langs? Oudere mensen aanspreken en dan een foto laten zien van Jean Claude? Wie Rwanda een beetje kent weet dat de Rwandezen niet echt extravert zijn en enthousiast beginnen te babbelen tegen elke vreemdeling die hen vragen stelt. Integendeel. Een beetje Rwandees klapt de kaken op elkaar of geeft een antwoord waarvan hij of zij denkt dat het de autoriteiten het meest zal plezieren. Want reken maar dat de plaatselijke bonzen binnen tien minuten weten dat er iemand door de wijk wandelt die vragen stelt over een bepaalde persoon.

Het wordt nog vreemder. Tijdens de procedure van Jean Claude wordt contact gelegd met de tolk die aanwezig geweest zou zijn bij de ondervraging van deze getuigen. Deze tolk verklaart dat vier van de vijf getuigen een reden hebben om tegen Jean Claude te getuigen. 

Volgens mij zijn er dus een paar scenario's mogelijk. 

Scenario 1: De vertrouwenspersoon wandelt de wijk binnen, spreekt mensen aan, stelt vragen en die beginnen prompt te vertellen over hun ervaringen met Jean Claude tijdens de genocide. De vertrouwenspersoon noteert keurig wat ze vertellen.

Scenario 2: De VP wandelt de wijk binnen, begint (suggestieve) vragen te stellen over Jean Claude en zet mensen aan het denken. Als zij tegen Jean Claude getuigen, zit er mogelijk voordeel voor hen aan vast. Ze bespreken het met de lokale autoriteit en krijgen groen licht voor een ontmoeting de volgende dag/dagen met de vertrouwenspersoon.  

Scenario 3: De lokale autoriteiten horen dat er iemand door de wijk wandelt die vragen stelt. Ze nemen contact op met weer hogere autoriteiten en krijgen te horen dat het niet erg is als Jean Claude in een kwaad daglicht wordt gesteld want de hoogste Rwandese autoriteiten hebben om zijn uitlevering gevraagd. Vandaar dat er nu iemand door de wijk wandelt. Of ze maar alle medewerking willen geven om mensen te zoeken die bereid zijn nadelige verklaringen af te leggen.

Scenario 4: De vertrouwenspersoon wandelt door de wijk, de autoriteiten zijn al van te voren op de hoogte gesteld en hebben een aantal mensen geprepareerd. Zij getuigen 'spontaan' tegen Jean Claude als de vertrouwenspersoon vragen gaat stellen.

U kunt stemmen op het meest waarschijnlijke scenario.

Maandag 2 juni 2014

Vertrouwenspersoon ….

Ze zitten in een klein zaaltje bij de Raad van State. Een zenuwachtige advocaat, een rusteloze van genocide beschuldigde en een bezorgde achterban. Ik wring me tussen een klaptafeltje en de stoel ergens in een hoek. Ik wil weg kunnen lopen als dat nodig is. Bij de Raad van State blijkt ook een rapporteur die vragen mag stellen. Die neemt het woord als de advocaat en de Staat het woord hebben gehad.

Vertelt u eens, vraagt hij aan De Staat, er zijn twee Nyanza's, nu vind ik bij u ook twee Gitarama's. Eén in Kigali en een in de zuidelijke provincie. Kunt u mij zeggen om welke plaats het nu gaat? Over welke Gacaca spreken we nu? Voor mij is dat niet helder.

De Staat mompelt: 'Ik beschik niet over die onderliggende informatie. Die hoort bij het Individuele Ambtsbericht (en die is niet openbaar -AV). 

De rapporteur: Gaat het wel over hetzelfde delict? Dat kan ik er niet uit opmaken. Waarom komt deze informatie overigens zo laat (Het gaat om een Gacaca-uitspraak die later aan het IAB is toegevoegd-AV).

De Staat: Er is pas naar gevraagd in verband met het aanvullend Individueel Ambtsbericht. De vertrouwenspersoon heeft de indruk dat hij het heeft gezien….

De rapporteur: Hoe weet u dat de vertrouwenspersoon dit heeft gezien?

De Staat: Ik heb begrepen van het contact van de IND dat de vertrouwenspersoon toegang had tot het archiefsysteem in Kigali. Het contact van de IND heeft weer contact met de ambassade in Kigali. 

Ook hier weer een staaltje 'gedroomde werkelijkheid' van De Staat. Er was een IAB, dat bleek niet te voldoen en dus moest er een aanvullend IAB komen. Plots bleken er twee vonnissen van de Gacaca te zijn: een uit Kigali en een uit Nyanza, zuidelijke provincie. Hoe het precies zit weet NIEMAND. De Staat heeft geen bewijzen, heeft het van horen zeggen. De vertrouwenspersoon zelf weet het niet eens zeker: hij heeft de indruk dat hij iets heeft gezien.

En verder begint het te lijken op een heuse spionagefilm met geheimzinnige contacten van de IND met weer contacten op de Nederlandse ambassade in Kigali. 

Zullen we het zo afspreken jongens en meisjes: als er verwarring is, als er onduidelijkheden zijn, als er verkeerde procedures zijn gevolgd, als informatie onbetrouwbaar is, als er selectief wordt gewinkeld, geven we iemand het predicaat 'niet schuldig'.

Nederland dat zich graag profileert als land van Internationale vrede en veiligheid zou zelf het goede voorbeeld moeten geven. Hoe was het ook weer? Oh ja. 

Iemand is onschuldig is, totdat het tegendeel is bewezen. 

Donderdag 17 Juli 2014

Weer schrijnend geval totstandkoming IAB

Het verhaal over de Individuele Ambtsberichten (IAB) gaat maar door. Gisteren kreeg ik weer een schrijnend voorbeeld onder ogen. 

Weet u het nog? De Individuele ambtsberichten zijn voor IND en later de rechter van groot belang als het gaat om het vaststellen of iemand mogelijk genocide heeft gepleegd. Voor de IND is het IAB de basis van de 'Zienswijze', de brief die de verdachte Rwandees krijgt toegestuurd en waarin haarfijn wordt uitgelegd waaraan de IND denkt dat hij of zij schuldig is. Het IAB wordt samengesteld op basis van één rapport dat door een onderzoeker in Kigali wordt gemaakt, in opdracht van de Nederlandse ambassade. De vertrouwenspersoon die dit rapport maakt, spreekt als enige met de getuigen, weet als enige of de getuigen wel of niet betrouwbaar zijn. In feite is hij de enige die weet of die getuigen wel bestaan, want de getuigen blijven verder anoniem. Er worden gen bandopnamen gemaakt van de gesprekken, geen foto's, geen kopieen gemaakt van ID-bewijzen. Het komt er dus op neer dat één enkel rapport dat niemand checkt, bepaalt of iemand naar Rwanda wordt uitgezet. 

Het vermoeden bestaat dat Rwanda een aantal mensen in diskrediet wil brengen. Hetzij omdat ze politiek actief zijn in de oppositie, hetzij omdat er iemand is in Rwanda die zich hun goederen wil toe-eigenen. Daarvoor is dus negatieve informatie nodig over iemand en die negatieve informatie kan het efficienste officieel worden via een IAB. Wat doe je nu als je iemand in diskrediet wil brengen, maar er is in eerste instantie geen negatieve informatie voorhanden? Juist, dan ga je niet zo lang door tot je wel iets vindt. En waar bij de beschuldigde alle bronnen worden gewantrouwd door IND en rechter, kunnen voor de IAB's alle bronnen worden gebruikt die men maar wil: ze worden immers toch niet gecontroleerd én ze zijn anoniem.

Gisteren kreeg ik weer een dossier onder ogen dat veel lijkt op drie andere dossiers. In 2010 werd de man (hij wil voorlopig anoniem blijven) onderzocht door een vertrouwenspersoon in Kigali. Er werd met zo'n 13 getuigen gesproken. De conclusie van het onderzoek luidde dat er niets belastends tegen de man was gevonden. Blijkbaar was dat niet de bedoeling, want in 2011 kwam er een aanvullend onderzoek. Maar ook dat leverde niets concreets tegen de man op. 

Dat zou genoeg moeten zijn. Maar nee, barbertje moest echt hangen, want in 2013 kwam er weer een onderzoek. Nu werd er voornamelijk gesproken met één enkele bron. En wat denkt u: ja hoor. Die bron vertelde dat meneer X vergaderingen had bijgewoond met als doel de genocide te plannen en ook zou hij wapens hebben gedistribueerd. 

Vertelt de bron de exacte data en de plaatsen van de vergaderingen en de wapendistributie? Dat niet. Het wordt voor meneer X dus heel moeilijk om zich te verdedigen tegen zo'n vage beschuldiging? Je kunt niet zeggen 'dat heb ik niet gedaan want ik was niet op die plaats die dag', omdat er plaats noch tijd wordt genoemd.

Wat betreft dat plannen van de genocide: dat is helemaal makkelijk voor rechter en IND: wie plant, hoeft niet lijfelijk bij het moorden aanwezig te zijn. Die doet dat in obscure vergaderingen en bijeenkomsten waarvan niet hoeft te worden vastgesteld of ze ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Ook hier noemt de bron immers plaats, noch datum.

OPROEP

Mijn rechtsgevoel krijgt steeds meer moeite met ons rechtssysteem, zeker nu de overheid mij steeds maar weer informatie weigert te geven over de relatie met Rwanda en de Individuele Ambtsberichten en ik allerlei ingewikkelde procedures moet voeren om toch (delen van) die informatie te krijgen. 

Ik heb daarom een oproep aan iedereen die een dossier heeft bij de IND: ik zou graag jullie IAB's willen inzien met de onderliggende stukken. Op die manier kan ik inventariseren wat er aan de hand is, zonder van de overheid afhankelijk te zijn. Natuurlijk is anonimiteit gegarandeerd.  


Woensdag 28 mei 2014

IAB: cruciale fout in het systeem

Op het gevaar af u dood te vervelen met alwéér een stukje over Individuele Ambtsberichten, moet u maar denken dat het uiteindelijk om mensenlevens gaat. Ik ben zo'n beetje de enige journalist die zich verdiept in de materie en voel daarom een zekere mate van zendingsdrang, ja zelfs van verantwoordelijkheid. In hoeverre zich dat verenigt met het journalistieke vak, daar zit ik de afgelopen weken wel over te piekeren. Maar zolang het mijn onafhankelijk onderzoek niet in de weg staat, nee zelfs stimuleert, want ik wil precies het naadje van de kous weten, laat ik het nog even zo. 

In mijn zoektocht hoe een Individueel Ambtsbericht (IAB) nu exact tot stand komt, ben ik twee dagen geleden toch wel erg geschrokken. Wat blijkt: de vertrouwenspersoon die in op dracht van de Nederlandser ambassade onderzoek doet en getuigen spreekt, is DE ENIGE die weet of getuigen betrouwbaar zijn, want hij is de enige die ze zoekt, vindt en spreekt. De getuigen vormen de basis van het rapport dat de vertrouwenspersoon maakt en dit rapport is HET ENIGE dat gebruikt wordt voort het IAB. 

De landenspecialisten van de IND en de mensen van de afdeling IAB van Buitenlandse Zaken, zeggen wel dat ze de hardheid van de bronnen controleren, maar kunnen dat gewoonweg niet. Ze nemen geen retourtje Kigali om nog eens met de getuigen te spreken die de vertrouwenspersoon opneemt in zijn verslag. Ze gaan er van uit dat de collega's op de ambassade een goede vertrouwenspersoon hebben aangesteld. Dat die vertrouwenspersoon juiste getuigen zoekt en correct verslag doet van zijn bevindingen.

Maar bewijzen zijn er niet van. De vertrouwenspersoon gaat op pad zonder opname-apparaat, zonder notitieblok, zonder fototoestel. Hij maakt geen kopieën van de identiteitskaarten van de mensen met wie hij spreekt. Er is dus geen enkele zekerheid of hij wel echt met meneer X of mevrouw Y heeft gesproken. Als ik op deze manier journalistiek bedreef dan zou ik hard worden uitgelachen door al mijn collega's. Kom op Verbraeken, dat schrijf je nu wel, maar waar zijn de bewijzen? 

Voor een IAB, dat in een aantal gevallen zelfs letterlijk gaat over leven en dood, zijn bewijzen niet nodig. Dat geldt overigens voor de hele procedure: hard bewijsmateriaal is praktisch  in geen enkel dossier te vinden.

Het lijkt mij een cruciale fout in het systeem dat NIEMAND kan controleren of de vertrouwenspersoon met werkelijk betrouwbare bronnen heeft gesproken. In een land als Rwanda waar het regime bepaalt wat er gebeurt, waar onafhankelijke organisaties het land uit worden gezet, waar kritische journalisten en politici achter tralies verdwijnen of worden vermoord, waar de laatste tijd weer mensen verdwijnen vanwege mogelijke banden met de Hutu-rebellen, waar ook de rechterlijke macht niet onafhankelijk opereert, waar je nooit weet of iemand de waarheid spreekt of niet, lijkt me dit toch geen informatiebron waarmee iemand van genocide beschuldigd kan worden. 

De zorgvuldige procedure waarnaar de ambassade, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de IND zo vaak verwijzen, is dus een schijn-zorgvuldige. De intentie mag er zijn, de realiteit is een andere.

Maandag 26 mei 2014

Twee ambtsberichten voor de prijs van één: onzorgvuldiger kunnen we het niet maken

Weet je wat, zo moeten ze bij IND hebben gedacht, deze twee meneren hebben bij het zelfde bedrijf gewerkt en dus vragen we gewoon of we het onderzoek van de ene meneer ook kunnen gebruiken voor de andere. Twee Individuele Ambtsberichten voor de prijs van één! 

In mijn zoektocht naar Individuele Ambtsberichten (IAB) van Rwandezen die beschuldigd worden van genocide, zag ik gisteren wel een heel bizar dossier. Daar werd onderzoek (waarschijnlijk uit 2007 maar het is ongedateerd) naar de een, ongegeneerd gebruikt voor een Individueel Ambtsbericht voor een ander. Wel vroeg de IND of het onderzoek nog wel klopte. De ambassade zou dus aanvullend onderzoek moeten doen. Daarvan is echter niets terug te vinden in het dossier. Uiteindelijk is ook het Individuele Ambtsbericht niet terug te vinden. Als het al gemaakt is, heeft de beschuldigde het nooit ontvangen. Wel wordt er in brieven veelvuldig aan gerefereerd.

Dat ongedateerde onderzoek is een van de bronnen waarop de beschuldiging is gebaseerd. Het onderzoek hoort bij een memorandum uit 2007 van de Nederlandse ambassade in Kigali aan de afdeling Asiel (Buitenlandse Zaken). Nogmaals voor alle duidelijkheid: dat onderzoek ging dus over een hele andere meneer. 

Verder wordt een dossiernotitie van de afdeling Asiel uit 2007 gebruikt als basis voor de beschuldiging (niet duidelijk is of deze wel over de beschuldigde gaat) en een dossieraantekening van de afdeling Asiel uit 2013. 

Het is bizar dat iemand op basis hiervan beschuldigd kan worden van genocide. Vraag is dus hoe het zit met de REK check op het Individuele ambtsbericht, uitgevoerd door landenspecialisten van de IND (Bureau Land en Taal). Die check is er nou juist om te controleren of een IAB wel zorgvuldig is samengesteld.

Het is waarschijnlijk een kwestie van een slager die zijn eigen vlees keurt: want is het niet de IND die informatie levert aan Buitenlandse Zaken dat aan de basis ligt van een IAB? Met die informatie gaat immers de onderzoeker in Rwanda op pad, stelt vragen en maakt een rapport. Het is dus uiteindelijk dezelfde IND die, als het IAB is opgesteld, toetst of de bronnen en de informatie zorgvuldig zijn toegepast voor het ambtsbericht. Je gaat natuurlijk niet van je eigen aangeleverde informatie zeggen dat die onvolledig en onzorgvuldig is.

In 2007 constateerde de Ombudsman in een rapport over Individuele ambtsberichten dat de IND onzorgvuldig en partijdig omgaat met IAB's. Het lijkt er in de zaak van de Rwandezen op dat de IND ook onvolledige en onzorgvuldige informatie geeft aan Buitenlandse Zaken die de IAB's samenstelt. Daarmee neemt de IND wel een heel zware verantwoordelijkheid op zich. 

13 februari 2014

Een ambtsbericht mag onvolledig en onbetrouwbaar zijn zegt de staatssecretaris van Justitie

Stel, u wil een tweedehands auto kopen en u vraagt de ANWB om een rapport op te maken. Het rapport valt prachtig uit, u koopt de auto en dolgelukkig rijdt u in uw nieuwe aanwinst naar huis. Na een week geeft de auto er de brui aan en is niet meer op gang te krijgen. Door niemand niet. Natuurlijk gaat u verhaal halen bij de ANWB, maar die halen hun schouders op. Ze hebben hun best gedaan, ze hebben gebruik gemaakt van speciaal opgeleide mensen, die volgens een uniforme checklist hun werk hebben gedaan. U laat het er niet bij zitten en u gaat naar de rechter. Die geeft u gelijk. De ANWB moet haar opgeleide mensen controleren. De ANWB moet zeker weten dat het rapport betrouwbaar is, dat de controle goed is verricht. Degene die het rapport laat opmaken, moet kunnen vertrouwen op de informatie die erin staat. De baas van de ANWB echter vindt dat de rechter onzin verkoopt. De ANWB heeft zijn best gedaan en dat het rapport misschien niet helemaal een juiste weerslag was van de situatie waarin de auto zich bevond, tja …. Pech.

Zo ongeveer oordeelt de staatssecretaris over het individuele ambtsbericht van een Rwandees die van genocide werd beschuldigd. Het ambtsbericht kwam onder meer tot stand op basis van rapporten van African Rights (een aan het Rwandese regime gelieerde organisatie) en een rapport gemaakt door een Rwandese onderzoeker die in Rwanda sprak met mogelijke getuigen.

De rechter gaf in eerste instantie de IND een fikse draai om de oren. Hoe konden ze in godsnaam iemand beschuldigen op basis van dit materiaal. De rechter oordeelde dat niet vaststond wat precies de achtergrond van de getuigen was en waarop hun informatie was gebaseerd. En omdat deelname aan genocide het zwaarste misdrijf is, mag je van getuigenverklaringen eisen dat ze heel zorgvuldig tot stand komen. De rechter pakte er het Thematisch Ambtsbericht bij van november 2011 waarin stond dat veel getuigenverklaringen in de gacaca (de volksrechtspraak) onbetrouwbaar zijn. De rechter vond ook dat de rapporten van African Rights onbetrouwbaar waren omdat ze gebruik maken van een beperkt aantal bronnen en de rapporten bijna identieke verklaringen voor verschillende daders bevatten.

Maar de staatssecretaris is het volstrekt oneens met de rechter. Hij vindt dat de rechter TEN ONRECHTE INHOUDELIJKE eisen aan het ambtsbericht heeft gesteld, want het is aan de minister om op inhoud te toetsen. De rechter mag alleen kijken of het bericht op onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze is opgesteld. Hoe je dat doet als dezelfde staatssecretaris vindt dat het ambtsbericht niet hoeft in te gaan op de achtergrond van de getuigen en ook niet hoeft te melden waar ze hun informatie vandaan halen, dat zegt de staatssecretaris niet. Van hem hoeft de vertrouwenspersoon niet te verklaren dat hij in staat voor de betrouwbaarheid van de informatie, net als het ministerie niet hoeft te bewijzen dat er betrouwbare informanten zijn geraadpleegd. Want, zo redeneert de staatssecretaris, de vertrouwenspersonen die zijn aangesteld door het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn zorgvuldig geselecteerd. 

Het is -weer- een ongelofelijk staaltje kromredeneren waarin IND, afdeling 1F en het ministerie van Buitenlandse Zaken zo bedreven in zijn.