De gevaarlijke padvinders van de IND


Zaterdag 1 november 2014

De gevaarlijke padvinders van de IND

Gisteravond belde iemand me bijna huilend op. Het hoger beroep was door de Raad van State afgewezen en dat betekende dat uitzetting dichtbij was. En nee, het was niet de Rwandees die met uitzetting wordt bedreigd die belde, ,maar een goede vriend van hem. Een blanke, hoogopgeleide meneer die bijna huilde van onmacht en woede. Die zich schaamde voor de rechtspraak in eigen land, die zich schaamde voor de armzalige manier waarop de Raad van State, zonder ook maar enige inhoudelijke weging, het hoger beroep had afgewezen.

Ook in deze zaak speelde het Individuele Ambtsbericht, dat gemaakt wordt door ambassade en het ministerie van Buitenlandse zaken, een negatieve hoofdrol. De verdediging had de onderliggende stukken opgevraagd voor het hoger beroep, maar dat slechts gedeeltelijk verkregen. Ik citeer uit de uitspraak: “De afdeling heeft (…)  beslist dat gewichtige redenen deze beperking van de kennisneming rechtvaardigen.”

In de uitspraak neemt Raad van State niet eens de moeite om uit te leggen wat die gewichtige redenen zijn. In nog geen twee kantjes wordt het leven in Nederland definitief onmogelijk gemaakt. Nederland wil geen thuisland zijn van enge massamoordenaars, zo is de officiele lezing van het ministerie van Justitie.

Maar de kans is groot dat deze meneer helemaal geen massamoordenaar is. Opnieuw kreeg ik gisteren uit betrouwbare bron bevestigd dat tien dossiers die nu in procedure zijn, volstrekt niet interessant zijn voor Rwanda. Ze kennen de mensen niet. Ze hebben geen belangstelling voor ze. Rwanda heeft geen enkele aanwijzing dat deze door de IND-beschuldigden, ook maar iets met de genocide hebben te maken.

Kijk maar wat er gebeurde met Jean Gervais Munyaneza, de eerste Rwandees die werd uitgezet, een paar weken geleden. Toen hij op het vliegveld van Kigali arriveerde, wist niemand van zijn komst en wilden ze hem eerst niet binnenlaten. Hij leeft nu frank en vrij in Rwanda, al is hij doodsbenauwd dat hij elk moment opgepakt kan worden. Maar ook over Munyaneza is niets bekend in Rwanda, zo hoorde ik uit betrouwbare bron. Rwanda wist niet eens dat hij wegens genocide ons land werd uitgezet.

Dus waar laat dat die overijverige IND, die rammelende rapportjes bij elkaar scharrelt en dankbaar citeert uit volstrekt onbetrouwbare Individueel Ambtsberichten?

Ze moet zich de ogen uit het hoofd schamen. De afdeling 1F verwoest levens van complete families, met bij elkaar geraapt, vooringenomen bewijs en anonieme getuigen die niemand kent.

Deze week sprak ik met iemand die veel ervaring heeft op onderzoeksgebied en verhoortechnieken. Hij vertelde dat juist in dit soort situaties gedegen onderzoek en speciale verhoortechnieken gebruikt moeten worden om de waarheid zo goed mogelijk boven tafel te krijgen. Getuigen moeten vooraf goed worden geinstrueerd, er moet een goede tolk zijn, de omstandigheden van het verhoor moeten zoveel mogelijk gecontroleerd zijn én je moet er beducht op zijn dat getuigen van te voren zijn gemanipuleerd.

Bij de Individuele Ambtsberichten gebeurt precies het tegenovergestelde. De ambassade stuurt een vertrouwenspersoon op pad, die gezellig in de wijk vragen gaat stellen over een bepaalde persoon. Wie Rwanda kent, weet dat je dit NOOIT onopgemerkt kunt doen. De vertrouwenspersoon komt dus in een vreemde wijk, in een situatie die hij niet beheerst. Hij spreekt met getuigen waarvan hij de achtergrond niet of nauwelijks kent en die door niemand in Nederland of de Nederlandse ambassade worden gecontroleerd.

En op basis van dit soort ‘onderzoeken’, ik zet het woord expres tussen aanhalingstekens, wordt straks weer een andere Rwandees uitgezet.

Toch zullen de padvinders van de afdeling 1F goed slapen. Voor hen bestaat de wereld uit een simpel wit en zwart. Zij zijn wit en goed, de mensen van hun dossiers zwart, jokkebrokken, profiteurs en massamoordenaars. ‘Dip dip dip, dop dop dop dop. Akela wij doen ons best.’

Ik heb gisteren de IND gevraagd of het geen tijd wordt zelf nog eens goed naar de eigen dossiers te kijken en alle procedures op te schorten, nu Rwanda overduidelijk geen belangstelling heeft voor hun ‘massamoordenaars’. De kans is groot dat ik als antwoord krijg dat ze daar geen antwoord op kunnen geven, omdat die informatie de banden met Rwanda zou kunnen schaden.

Met de onverschilligheid van Rwanda tegenover de mensen die worden uitgezet, is dat natuurlijk een smoes die niet meer te gebruiken valt.