Duwtje geven


Woensdag 1 mei 2013

De koolmezen bij mij in de boom hebben geen weet van een koning, inhuldiging, oranje schimmel of wat dan ook. Ze kwetteren op zijn Frans, op zoek naar een geschikte partner om daarmee kindertjes te maken. Alles buitenshuis lijkt het begeven te hebben: onze brug over de rivier is ingezakt, twee bankjes zijn volledig ingestort net als de accu van onze wrakkige auto die drie maanden werkeloos stond. Dat laatste leverde gisteravond een probleem op toen wij een vriend bovenop een berg wilden bezoeken. De weg er naar toe is hobbelig en vol kuilen (eufemisme). Normaal gesproken beklimmen we die berg met de oude auto waar een flinke paal onder het chassis is geschroefd om de ergste klappen op te vangen. De lege accu zette een streep door dit plan. Echtgenoot was teleurgesteld. Hij had nog de dag ervoor met buurman de accu aan het werk gekregen en had met vrolijk snorrende motor in de omgeving rondgereden om het ding weer op te laden. Dat bleek dus niet gelukt, de accu gaf geen enkele sjoege.

Echtgenoot had wel een idee: als ik de auto nu eens een duwtje zou geven, dan was er grote kans dat de accu weer wat energie zou leveren. Ik keek naar de auto, naar het pad dat de auto eerst moest afleggen om bij een kleine helling te komen en berekende vervolgens de energie, MIJN energie die daarvoor benodigd was. Vervolgens berekende ik de kans dat de accu ook daadwerkelijk iets zou doen. Plus de kans, dat mocht het lukken, de accu vannacht, na het bezoek, zich weer als een dood diertje zou gedragen. Alles bij elkaar opgeteld, leek de hoeveelheid energie die ik in dit project moest stoppen, volstrekt verspild. Ik vertelde echtgenoot dat 'een duwtje', niet de juiste oplossing was. Wij hadden een andere, bedrijfszekere auto naast ons wrak staan, dus waarom namen we deze niet?

Echtgenoot bleef echter vasthouden aan het duwtje. Hij wilde de nieuwe auto niet blootstellen aan de gevaren van de bergweg. De tijd drong en wij stapten zwijgend en overtuigd van eigen gelijk, in de nieuwe auto. De bozigheid bleef de hele rit tussen ons inhangen. Maar de wrok vervloog, zodra wij voet op vriends erf zetten. Twee grote bouviers duwden hun natte neus tegen het raam, de zon deed het voorzichtig groen glinsteren en vriend zwaaide, wijdbeens en met een grote glimlach. Wij aten en dronken en hadden diepzinnige gesprekken over hele kleine kachels, het verdwijnen van de middenstand het nut van uitstekend gereedschap. Pas op de weg terug herinnerden wij ons meningsverschil en werden wij weer boos. Vandaag toch maar een duwtje geven.