Zwijgen (op de persconferentie)

De presentielijst wordt doorgenomen

Links: Bernardin Ndashimye

Links ambassadeur Immaculee Uwanyiligira, rechts Aloisea Inumbaya, hoofd van de delegatie

Woensdag 10 november 

Afgelopen maandag bezocht ik een persconferentie van de Rwandese delegatie die hier een charme-offensief hield. In de Tweede Kamer dreigt een meerderheid te ontstaan voor het intrekken van de begrotingsteun aan Rwanda. Rwanda ziet Nederland als de eerste dominosteen: als wij onze steun intrekken, kunnen andere landen volgen.

De persconferentie (voor de inhoud lees hier) was in meerdere opzichten een volmaakte replica van de bijeenkomsten die ik in Kigali meemaakte. Zaaltje, lange tafel, onhandige waterflesjesuitdelers, presentielijsten, de uitnodigende partij aan de ene kant van de tafel, de pers aan de andere kant, een tv-camera die alles registreert. Zelfs de aanmoedigend, positieve vragenstellers hadden een stoel gekregen: ‘U had het net over de manier waarop de RPF de drie miljoen vluchtelingen terughielp naar Rwanda. Hoe ging dat ook weer?’

Veel pers was er overigens niet op af gekomen. Een collega van de Wereldomroep en iemand van het blad ZAM. De laaste zweeg de hele conferentie: ‘Wij doen meer in kunst en cultuur.’

Driekwart van de delegatie zweeg eveneens. Ook dat naar goed Rwandees voorbeeld. Ook daar kwam vaak een hele delegatie van waarnemers naar de persconferentie. Om vervolgens zwijgend toe te kijken hoe de voorzitter van de delegatie al zwetend de vragen van de internationale pers beantwoordde. De lokale journalisten deden er ook meestal het zwijgen toe, bang om een verkeerde vraag te stellen.

Omdat er dus maar weinig journalisten waren, kon ik naar hartelust vragen stellen. De collega van de Wereldomroep zou achteraf een 1-1 interview doen voor de radio, zij beidde haar tijd. Ik moet haar nog vragen of ze me nu haat, want als ik ook had gezwegen, dan was ze vele malen eerder thuis geweest. Maar ik kon het niet laten. De gelegenheid om tegelijkertijd een ambassadeur, senator, generaal en oud- vice ombudsman vragen te stellen was te mooi.

Natuurlijk waren de meeste antwoorden weinig verrassend. Maar het is altijd interessant om te zien wie het meest aan het woord is  bij de moeilijker vragen en dus wellicht achter de schermen de touwtjes in handen heeft. In dit geval was dat dus die Bernardin, voormalig vice ombudsman. Hij is nu voorzitter van een fonds dat slachtoffers van een auto-ongeluk geld uitkeert als de schuldige niet is verzekerd. Tja. Je vraagt je af, wat doet zo’n man bij deze delegatie.  

Lees hier wie Bernardin is.

Het was dezelfde Bernardin die na een uur zachtjes aan een van de organisatoren vroeg: ‘Voor wie schrijft ze?’

Bij het weggaan bedankte de ambassadeur me uitvoerig voor de vragen. Ik had toch wel de presentielijst getekend? Ze zou me graag op de hoogte houden van andere nieuwtjes uit Rwanda. Ik schudde haar hand. Nu was het mijn beurt om te zwijgen. Dankzij die presentielijst zou ze snel genoeg ontdekken dat ik contacten onderhield met die terroriste en divisioniste, waarover we zojuist meer dan een uur hadden gesproken.