Ordening

Wie lang reist verliest van alles. Tenminste , ik wel als ik niet oplet. Ik ben een grote chaoot, mijn echtgenoot kan daarover meepraten. Dus heeft vanaf het begin van de reis alles een vaste plek. Dat scheelt een hoop gezoek. Het levert wel een hoop paniek als iets niet op zijn plek is, want dan kan het overal zijn. Voor mijn petten heb ik nooit een vaste plek gevonden, die raak ik dus telkens kwijt. Zelfs als ze op mijn hoofd zitten. Zo heb ik een mooie in een motorhelm laten zitten. Een andere is van mijn hoofd in de handen van een dankbare Walikaler gewaaid toen de helelicopter landde. Degene die ik het lelijkst vind, heb ik nog steeds. Die wil maar niet verloren raken.

In mijn rugzak heb ik mijn werkbenodigdheden: 2 telefoons, 1 camera, 1 computer, schriften, pennen (die raak ik wel de hele tijd kwijt), paspoort, geld, oplaadsnoeren (3),  en waterflesje dat ik overal laat staan. In de loop van de dag verhuizen camera, geld en de 2 telefoons richting broek als ik mijn ‘Afrikabroek’ met de 1000 zakken aanheb,

Het eerste wat ik doe als ik een dag gewerkt heb, is mijn rugzakje en broek uitpakken en alles op het bed uitleggen, dan heb ik het bij de hand.

Op mijn tafeltje, tot nu toe had elke kamer, hoe primitief ook, wel een tafeltje, ligt mjn laptop, een flesje deet, tandenstokers, zoetjes en de schriften waar ik op dat moment mee bezig ben. Ordening van de kleren is een probleem als er geen kasten zijn, zoal nu in Muyinga een klein plaatsje  in Burundi, tegen Tanzania en Rwanda. Het is overigens ook een probleem als er wel kasten zijn, ik gooi het liefst alles op een hoop, zodat ik nooit kan vinden wat ik die dag aan wil trekken. Toen ik naar Goma ging dacht ik slim te zijn door een deel van mijn spullen in Kigali achter te laten, waaronder mijn warme kleren en sokken. Ik heb een week lang geklappertand!

 Naast de ordening is er ook het probleem van het opladen. Er zijn namelijk nooit genoeg stopcontacten. Zeker hier in Muyinga is het lastig omdat de stopcontacten geschakeld zitten met het licht. Doe je het licht uit – en ik slaap graag met het licht uit ‘snachts – dan kun je dus niks opladen. ’s Avonds is er bijna geen stroom, dus is het ‘s ochtends schipperen. Begin met computer en 1 telefoon, dan 1 camera en de andere telefoon, dan camera en weer computer. Maar ik kom tijd tekort tussen 5 en acht uur om alles voldoende op te laden.

En natuurlijk vergeet ik altijd wel 1 ding op te laden. Dat is vaak niet erg, maar wel als je de hele dag in de bush bent. Telefoon is nodig om mensen te kunnen waarschuwen, camera is ook nodig want zonder beeld geen verhaal.

Ik kon vanochtend dit verhaal niet afmaken. Ik moest weg. Wordt pvd vandaag mijn reistelefoon gejat. Met alle nummers van iedereen die ik de afgelopen twee maanden de moeite waard vond om op te nemen in mijn ‘contacten-lijst’.

Dat doet pijn!